Druivensoorten in de Champagne

Er zijn in totaal zeven druivensoorten toegestaan bij het maken van champagne. De blauwe druivensoorten zijn de pinot noir en pinot meunier. De witte druivensoorten zijn de chardonnay, arbane, petit meslier, pinot blanc en de pinot gris. De laatste vier witte soorten worden in praktijk bijna niet gebruikt en worden slechts in 3 procent van alle wijngaarden in de champagne verbouwd. 

97% van alle champagnes worden met de pinot noir, pinot meunier of chardonnay gemaakt.

Wij gaan vandaag wat verder in op deze drie meest gebruikte druivensoorten. Deze hebben namelijk allemaal erg verschillende smaken, groeieigenschappen en geprefereerde ondergronden. First up: Chardonnay

De chardonnay

Dit is de meest gebruikte witte druif in de champagne en beslaat in totaal ongeveer 30% van alle wijngaarden. Als je wel eens een Blanc De blancs gedronken hebt is de kans groot dat dit een 100 chardonnay wijn is geweest.

Chardonnay druif

De kenmerkende geuren van deze druif zijn die van bloemen citrus en mineralen, doordat de smaken van deze druif zich langzaam ontwikkelen zijn de wijnen met veel chardonnay vaak geschikt om langer te laten liggen.

Kijk hieronder voor een selectie van champagnes die met deze frisse druif zijn geproduceerd.

De pinot noir

Met zo’n 38% van alle wijngaarden is dit de meest verbouwde druif onder de champagne makers. Zij onderscheidt zich door haar geuren van rode vruchten en door de kracht en stevigheid die ze aan wijnen toevoegt.

Pinot noir Druif

Deze druivensoort doet het vooral goed op wat koelere kalk ondergronden en is vooral populair rondom de montagne de reims. Bouzy, het dorpje waar wijnboer Arnaud Moreau vandaan komt ligt in deze regio, en staat met zijn Grand Cru certificering bekend als een van de dorpen met de beste Pinot noir gaarden.

Bij voorkeur kiest Arnaud Moreau dan ook in de productie van de meeste van zijn champagnes voor deze druif. Zoals bij de Phoenix, die gemaakt is van 100% pinot noir.

Hieronder een selectie van onze favoriete champagnes die gemaakt zijn met de pinot noir.

De pinot meunier

Op een ondergrond van klei wordt meestal de pinot meunier druif verbouwd. In zo’n 32% van de gaarden wordt deze verbouwd. De smaken van deze druif ontwikkelen zich wat sneller dan de anderen en worden dan ook veel gebruikt in de wat jongere wijnen (tot een jaar of 2 gerijpt). De kenmerkende geuren van deze druiven zijn wat zoeter zoals die van perzik en abrikoos. 

Pinot meunier druif op het parceel van Bonnet-Ponson

De ranken van de pinot meunier wordt vooral in het dal van de Marne geplant. Zo ook in de wijngaarden van wijnhuis Bonnet-Ponson. Wijnboer Cyril prefereert dan ook bij uitstek de pinot meunier om zijn champagnes de zoete en frisse basis te geven die ze zo onweerstaanbaar maakt.

Hieronder een selectie van onze favoriete champagnes die gemaakt zijn met de pinot meunier.

Het verbouwen van druiven

Het kweken van druiven voor champagne is net zoals de rest van het proces onderhevig aan strenge regels. Dit begint al bij het planten van de stekjes. Deze moeten sinds de Phylloxera epidemie van de late 19e eeuw op een onderstam geënt worden die bestand is tegen de Phylloxera, die ook wel Druifluis wordt genoemd.

Het ontwikkelen van een jonge wijnrank:

  • De jonge wijnrank wordt geënt op een onderstam.
  • De geënte plantjes worden met een laagje wax bedekt om hem te beschermen.
  • Als de enting gelukt is laat men het jonge plantje op een kwekerij verder groeien.
  • Op het moment dat het plantje een eigen wortelsysteem heeft is deze klaar voor gebruik.

Het nieuwe plantje moet dan voor het eind van Mei worden geplant. Hiervoor heeft de grond waar deze geplant gaat worden voldoende rust gekregen.

De afstand tussen de wijnranken is ook gereguleerd en moet aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • De maximale afstand tussen 2 rijen wijnranken is 1,5 meter.
  • De afstand tussen 2 ranken in dezelfde rij moet tussen de 0,9 en 1,5 meter liggen.
  • De totale afstand tussen 2 ranken in dezelfde rij en de rij ernaast is maximaal 2,5 meter.

Door deze manier van beplanting beslaat een hectare grond ongeveer 8000 wijnranken. Door deze dichte manier van planten krijgen de ranken de beste kwaliteit druiven. Hoe meer de planten met elkaar moeten concurreren om de meeste voedingsstoffen uit de bodem te onttrekken hoe minder vruchten er aan een enkele plant komen en hoe beter de kwaliteit van deze druiven.

Het snoeien van de druiven

Het snoeien is een van de belangrijkste taken in de wijngaard en ook dit is gereguleerd. De Champagne is de enige wijnregio in Frankrijk waar het snoeien nog aan regels gebonden is.

Er zijn vier toegestane methoden om te snoeien, die elk weer een andere uitwerking hebben op de sapstroom naar de knoppen. Het is daarom belangrijk om voor het snoeien goed te kijken naar de plant, hoeveel knoppen deze heeft en of deze juist te veel of te weinig voedingsstoffen krijgen.

Het oogsten van de druiven

Het oogsten gebeurt rond het eind van Oktober. De precieze datum wordt per dorp bepaald door de Resau Matu, het netwerk wat de druiven nauwlettend in de gaten houd en test op suikerniveau en rijpheid.

In het midden van de zomer, wanneer de druiven hun kleur beginnen te krijgen, wordt er vanaf 450 controle wijngaarden twee keer per week een monster genomen om te testen en zo de perfecte oogstdatum te bepalen voor elk dorp in de champagne.

In de volgende blog lees je alles over hoe je Champagne het beste kan serveren.

De geschiedenis van Champagne

Wil je meer willen weten over champagne? Wij gaan in onze maandelijkse blogs verschillende onderwerpen omtrent champagne aansnijden. In deze eerste maand gaan we beginnen bij het begin: De geschiedenis van Champagne.

De eerste bruisende wijn werd volgens de geschiedenisboeken gemaakt door een groepje Franse monniken in een klooster dichtbij Carcassonne in 1531. Zij maakten bruisende wijn door wijn die nog bezig was met gisten alvast in flessen te gieten, om daar het gistingsproces af te ronden.

Engelse invloeden

In 1662 bereikte De Engelsman Christopher Merret hetzelfde effect door suiker toe te voegen aan een wijn die al af was. Dit kwam later bekend te staan als de Methode Champenoise. Engelse glasmakers speelden hierin ook een belangrijke rol. Doordat zij toegang hadden tot ovens die door kolen werden aangedreven, konden ze dikkere flessen maken dan in Frankrijk, waar ze alleen toegang hadden tot ovens die op hout werkten. Deze dikkere flessen konden de druk beter aan en dit zorgde ervoor dat bruisende wijn in het begin populairder was in Engeland dan in Frankrijk.

Bruisende wijn in de Champagnestreek

Wijn werd toen al wel jaren lang in de Champagne streek gemaakt, maar de eerste keer dat er een bruisende wijn werd geproduceerd ging dit eigenlijk per ongeluk. De wijnmakers in de Champagne probeerde de succesvolle wijnen van hun zuidelijke buren de Bourgondiërs te evenaren, maar door de strengere winters in de Champagne werd het gistingsproces in de winter stopgezet. In de lente werd dit proces weer op gang gebracht en er ontstond een tweede gistingsproces in de fles. Veel van deze eerste flessen bezweken onder de druk maar de flessen die het overleefden bevatte de bruisende wijn. Bubbels werden in die tijd gezien als een fout. Omdat de bruisende wijn voor veel kapotte flessen en dus verspilde wijn zorgde, kreeg het de bijnaam de wijn van de duivel (Le vin du diable).

De opkomst van Champagne

Later werd de bruisende wijn populairder, en in 1715 introduceerde de hertog van Orléans de bruisende versie van de Champagne wijn bij de elite van Frankrijk. Dit viel zo in de smaak dat alle restaurants waar de elite kwamen de bruisende wijn ook in huis wilde halen. Dat zorgde ervoor dat in de 18e eeuw veel Champagnehuizen werden opgericht die zich volledig gingen focussen op het produceren van de bruisende wijn. In deze periode werden onder meer de huizen Moët-Chandon, Louis Roederer en Piper-Heidsieck opgericht. Deze huizen namen ieder ook verkopers in huis die op en neer reisde naar Parijs met samples van de bruisende Champagne wijn. Hoewel in deze periode de populariteit van bruisende wijn enorm steeg, was tegen het einde van de 18e eeuw niet-bruisende wijn met 90% van alle wijn productie in Frankrijk nog steeds veruit het populairst.

In de loop van de 19e eeuw zag Champagne een verdere groei en steeg de productie van 300.000 flessen per jaar in 1800 tot 20 miljoen flessen 1850. De populariteit is eigenlijk altijd gegroeid en in 2007 werd een recordaantal van 338 miljoen flessen champagne verkocht.

Volgende maand in onze champagne blog lees je alles over hoe de druiven worden verbouwd.