De geschiedenis van Champagne

Wil je meer willen weten over champagne? Wij gaan in onze maandelijkse blogs verschillende onderwerpen omtrent champagne aansnijden. In deze eerste maand gaan we beginnen bij het begin: De geschiedenis van Champagne.

De eerste bruisende wijn werd volgens de geschiedenisboeken gemaakt door een groepje Franse monniken in een klooster dichtbij Carcassonne in 1531. Zij maakten bruisende wijn door wijn die nog bezig was met gisten alvast in flessen te gieten, om daar het gistingsproces af te ronden.

Engelse invloeden

In 1662 bereikte De Engelsman Christopher Merret hetzelfde effect door suiker toe te voegen aan een wijn die al af was. Dit kwam later bekend te staan als de Methode Champenoise. Engelse glasmakers speelden hierin ook een belangrijke rol. Doordat zij toegang hadden tot ovens die door kolen werden aangedreven, konden ze dikkere flessen maken dan in Frankrijk, waar ze alleen toegang hadden tot ovens die op hout werkten. Deze dikkere flessen konden de druk beter aan en dit zorgde ervoor dat bruisende wijn in het begin populairder was in Engeland dan in Frankrijk.

Bruisende wijn in de Champagnestreek

Wijn werd toen al wel jaren lang in de Champagne streek gemaakt, maar de eerste keer dat er een bruisende wijn werd geproduceerd ging dit eigenlijk per ongeluk. De wijnmakers in de Champagne probeerde de succesvolle wijnen van hun zuidelijke buren de Bourgondiërs te evenaren, maar door de strengere winters in de Champagne werd het gistingsproces in de winter stopgezet. In de lente werd dit proces weer op gang gebracht en er ontstond een tweede gistingsproces in de fles. Veel van deze eerste flessen bezweken onder de druk maar de flessen die het overleefden bevatte de bruisende wijn. Bubbels werden in die tijd gezien als een fout. Omdat de bruisende wijn voor veel kapotte flessen en dus verspilde wijn zorgde, kreeg het de bijnaam de wijn van de duivel (Le vin du diable).

De opkomst van Champagne

Later werd de bruisende wijn populairder, en in 1715 introduceerde de hertog van Orléans de bruisende versie van de Champagne wijn bij de elite van Frankrijk. Dit viel zo in de smaak dat alle restaurants waar de elite kwamen de bruisende wijn ook in huis wilde halen. Dat zorgde ervoor dat in de 18e eeuw veel Champagnehuizen werden opgericht die zich volledig gingen focussen op het produceren van de bruisende wijn. In deze periode werden onder meer de huizen Moët-Chandon, Louis Roederer en Piper-Heidsieck opgericht. Deze huizen namen ieder ook verkopers in huis die op en neer reisde naar Parijs met samples van de bruisende Champagne wijn. Hoewel in deze periode de populariteit van bruisende wijn enorm steeg, was tegen het einde van de 18e eeuw niet-bruisende wijn met 90% van alle wijn productie in Frankrijk nog steeds veruit het populairst.

In de loop van de 19e eeuw zag Champagne een verdere groei en steeg de productie van 300.000 flessen per jaar in 1800 tot 20 miljoen flessen 1850. De populariteit is eigenlijk altijd gegroeid en in 2007 werd een recordaantal van 338 miljoen flessen champagne verkocht.

Volgende maand in onze champagne blog lees je alles over hoe de druiven worden verbouwd.